Een vrouw gaat met haar vriendin en nicht naar Tsjechië om oma terug te brengen en nog een laatste week met haar te hebben voordat ze het as gaan verspreiden. Maar al snel gaan er dingen goed fout.
“Ik denk nog vaak terug aan de nachten. Aan het klamme donker op mijn huid. De hese schreeuw van een dier. Het loeien van de wind. En die doordringende lucht van angst die ik overal kon ruiken, zout en zurig.”